ancsosa
Tot de n-e generatie.
1 . Otto van der Hell, Ridder Veluwe, geboren op 30 maart 1627, Harderwijk, gestorven in 1663 (leeftijd bij overlijden: 36 jaar oud), Luitenant kapitein.
2 . Johan tot Holthuijs van der Hell, Ridder Veluwe (1622), Burgemeester Harderwijk, geboren in 1587, gestorven op 23 februari 1649, begraven op 13 maart 1649, Harderwijk (leeftijd bij overlijden: 62 jaar oud). [Bron 2]
... gehuwd op 23 juni 1622, Harderwijk, met ...
3 . Sibilla van Speulde. [Bron 3]
... hieruit :
4 . Casijn van der Hell, Ridder van Veluwe, Ambtsjonker van Nijkerk, Burgemeester Harderwijk, geboren in 1557, gestorven op 6 juni 1601, Zutphen (leeftijd bij overlijden: 44 jaar oud), Amtsjonker van Nijkerk,, Lid van de Vroedschap en lajoor der stad Zutphne. [Aantekening 4]
... -(X1) :
gehuwd op 16 juni 1581 met ...
...
Geertuijd van Wijnbergen
...
dochter van Arent van Wijnbergen en
Margriet Reyners
... hieruit :
... gehuwd op 24 februari 1593 met ...
5 . Lumma Ruyter, gestorven op 19 maart 1638, Zutphen.
... hieruit :
8 . Johan (d'Olde tot Hogenboerel) van der Hell, geboren in 1516, gestorven in 1571 (leeftijd bij overlijden: 55 jaar oud). [Aantekening 8]
... -(X2) :
verbonden met ...
...
N bastaardlijn
... hieruit :
... gehuwd met ...
9 . Swedera van Wenckum, geboren in 1515, gestorven in 1581 (leeftijd bij overlijden: 66 jaar oud).
... hieruit :
16 . Herman van der Hell, Scholtus Nijkerk, Gerichtsman van Veluwe (1517), Hopman van hertog Karle van Gelre in Friesland (1522), Schout van Nijkerk, Gerichtsman van de Veluwe, Hopman van KArel van Gelre in Friesland(1522), Bevelhebber van Harderwijk en Hattem. [Aantekening 16]
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
N Bastaardij
... hieruit :
... gehuwd met ...
17 . Alijd ten Holthe, gestorven in 1563.
... hieruit :
18 . Reijner van Wenckum, geboren in 1456, Wijnbergen, gem Bergh, gestorven.
... gehuwd met ...
19 . Geertruijd van Wijnbergen.
... hieruit :
32 . Johan van der (Di Olde) Hell.
... gehuwd met ...
... hieruit :
38 . Willem van Wijnbergen, geboren in 1400, Wijnbergen, Bergh, gestorven.
... gehuwd in 1445 met ...
... hieruit :
64 . Casijn van der Hell, gestorven in 1449. [Aantekening 64]
... gehuwd met ...
65 . Nese van Aller.
... hieruit :
76 . Syward van Wijnbergen, geboren in 1375, Wijnbergen, Bergh, gestorven in 1401 (leeftijd bij overlijden: 26 jaar oud).
... gehuwd met ...
77 . Geertruijd van Wijnbergen, geboren in 1381, Wijnbergenm Bergh, gestorven.
... hieruit :
128 . van der Hell.
... gehuwd met ...
... hieruit :
130 . Carselis van Aller, Ambstman Paderborn (1395), gestorven voor 1424, Ambtsman van Paderborn. [Aantekening 130]
... gehuwd voor 1411 met ...
131 . Alijd van der Hell. [Bron 131]
... hieruit :
152 . Willem van Wijnbergen, geboren in 1351, Wijnbergen, Bergh, gestorven in 1382, Montfoort (leeftijd bij overlijden: 31 jaar oud).
... gehuwd in 1374 met ...
... hieruit :
154 . Zweder van Wijnbergen, geboren in 1355, Wijnbergen, Bergh, gestorven in 1407, Montfoort (leeftijd bij overlijden: 52 jaar oud).
... gehuwd in 1380 met ...
... hieruit :
260 . Bessel van Aller, gestorven voor 1401. [Aantekening 260]
... gehuwd met ...
261 . N.N van Hell.
... hieruit :
262 . Gerrit Ryniers van Hell, gestorven na 1448. [Aantekening 262]
... gehuwd met ...
263 . Aleyd N. [Aantekening 263]
... hieruit :
304 . Syward van Wijnbergen, geboren in 1320, Wijnbergen, Bergh, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
520 . Servaes van Aller, Gerichtsman van Veluwe, Ambtsman van Paderborn (1332), geboren waarschijnlijk in 1300, gestorven in 1352 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 52 jaar oud), Gerichtsman van de Veluwe 1339. [Aantekening 520]
... gehuwd met ...
... hieruit :
608 . Sweder van Wijnbergen, geboren in 1294, Wijnbergen, Bergh, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.040 . Arnoldus van Aller, geboren circa 1271, Arnhem, gestorven na 1313, Nijkerk. [Aantekening 1040]
... gehuwd met ...
... hieruit :
Stierf ongehuwd
Overleden aan de pest
Koop het goed ter Hell in 1589 samen met zijn roer Herman en verkoopt het deel van Herman op 24 februari 1593
De Ned leeuw 1955 kol 92.
[keerde 1580 uit Duitsland tehuis] in de ridderschap van Veluwe, compareerde op Land- en kwartierdagen 1581—'84, ambtsjonker van Nijkerk, burgemeester van Harderwijk; [in 1591 na het overgaan der stad Zutphen, l id van de Vroedschap aldaar en majoor der stad] ; gecomm. ter Generaliteit en l i d Raad van State (1592, 1593); l i d van het Hof van Gelre en Zutphen (1594); [superintendant over aile garnizoenen der graafschap Zutphen, en commissaris-generaal over aile vivres en de ammunitie van oorlog in de steden, forten en huizen van de graafschap Zutphen; in de ridderschap van Z u t phen, en aldaar gecompareerd 1595—1601]; koopt het goed Hell in 1589 tesamen met zijn broeder Herman en verkoopt aan laatstgenoemde zijn deel (24 Febr.) 1593, f
burger en gelijktijdig schepen van Zutphen ( 1611 ) , opziener van de W o r f f (1613), en van Yzendoorn (1614) aldaar, kapitein der burgerij (1615—1619), op de Synode te Dordrecht (1618), f (ongehuwd), Dordrecht (tijdens de Synode) Juni/Juli 1618
Overleed aan de pest
Overleed aan de Pest
kapitein (1637), raadsvriend te Zutphen (25 Febr. 1637), curator der Gelderse Hogeschool (1648), raadsheer in den Hove van Gelre en Zutphen (6 Nov. 1649), président (1673): geadm. in de Ridderschap van Veluwe (19 Maart 1652); schepen van Arnhem (1656) en burqemeester aldaar (afwisselend 1656—72), tekent op 17 Juni 1672 de eed ter bevestiging van de capitulatie der stad met Lodewijk X I V ; in 1675 niet gecontinueerd als l id van de magistraat
Overleed aan de pest
Natuurlijke zoon van Casijn van der Hell.
Lid van st JorisGilde HArderwijk (!541)
Koopt het goed ter Hell in 1633 (beleend 9 november 1633)
18-08-1602 Juffers Reinera en Elizabet van Hell, gezusters, oprukking in aanwezigheid van hun zwager Gerardt Kreinck, raad en rekenmeester. Eertijds behoorde het Johan vander Hell Hermense gehuwd met Juffer Asswera van Wenckum, die het deden vererven op hun oudste zoon Herman vander Hell, drost tot Wageningen, welke het bij magescheid heeft gekregen. Niettegenstaande dit magescheid draagt hij het over op zijn voornoemde zusters.
DNL 1955 kol 90.
koopt Hell met zijn broeder Casijn 0 5 ) (1589) en koopt diens deel 24 Febr. 1593 0 G ) ; beleend met het gehele goed 2 Jan. 1594; op de riddercedul van 1575, '86, '92, '97; compareert op land- en kwartierdagen 1574—1593; op de ridderschapsvergadering te Niebroek 8 Sept. 1583;ambtsjonker te Nijkerk; drost van Wageningen (1592—1613); gecommitteerde ter Generaliteit (1587) (het Quartier verstaat, dat hij bij zijn verschrijving zal b l i jven, maar geen serviel goed mogen vrijen, noch vacatiën genieten, afwezig zijnde (17 Jan. 1611)
bij provisie behoemd tôt eerste burgemeester en richter van Zutphen,"daarna schepen 1581; rekenmr. van Gelderland (13 April 1592); in de ridderschap van Zutphen (verschijnt 1595, '97— 1606; beleend met het goed tôt Gimmonck (Immink) onder V o r s t e n (13 Maart 1578) 0
Koop het goed ter Hell in 1589 samen met zijn roer Herman en verkoopt het deel van Herman op 24 februari 1593
De Ned leeuw 1955 kol 92.
[keerde 1580 uit Duitsland tehuis] in de ridderschap van Veluwe, compareerde op Land- en kwartierdagen 1581—'84, ambtsjonker van Nijkerk, burgemeester van Harderwijk; [in 1591 na het overgaan der stad Zutphen, l id van de Vroedschap aldaar en majoor der stad] ; gecomm. ter Generaliteit en l i d Raad van State (1592, 1593); l i d van het Hof van Gelre en Zutphen (1594); [superintendant over aile garnizoenen der graafschap Zutphen, en commissaris-generaal over aile vivres en de ammunitie van oorlog in de steden, forten en huizen van de graafschap Zutphen; in de ridderschap van Z u t phen, en aldaar gecompareerd 1595—1601]; koopt het goed Hell in 1589 tesamen met zijn broeder Herman en verkoopt aan laatstgenoemde zijn deel (24 Febr.) 1593, f
uit het schoutambt Nijkerk ", gerichtsman van Veluwe (1517), hopman van hertog Karel van Gelre in Friesland (1522), bevelhebber van Harderwijk (1524) en Hattem (1528), wint als volmr. van zijn vader 1491 het goed Hoogeboerell . beleend met het goed (ter) Hell 1505
Natuurlijke zoon van Casijn van der Hell.
Lid van st JorisGilde HArderwijk (!541)
Johan Schrassert Hermansz, geadmitteerd in de Ridderschap van Veluwe, vermeld op de ridderceduul van Gelre, kwartier van Arnhem (1539), ten landdage aanwezig (1539) ritmeester (1511), wonende te N i j k e r k , koopt het goed Seggelaer , eigenaar van de Colckkamp onder P u t t e n , drie morgen bij de „Lazarus" en twee en een halve morgen op Slichtenhorst onder N i j k e r k
Natuurlijke zoon van Casijn van der Hell.
Lid van st JorisGilde HArderwijk (!541)
Hij koopt het halve goed Oldenaller van Weduwe Reyner van Oldenaller op 12 4 1537.
Herman van Oldenbarnevelt woonde te Harderwijk, lid van het St. Jorisgilde aldaar (1533) 8 1 ) , doet burgereed 11 Mei 1541 1 4 4 ) , schepen (1539) 1 4 5 ) , stadsrentmeester (1542) 1 4 8 ) , gasthuismeester (1551 ) 1 4 7 ) , burgemeester (1547 1 4 8 ), 1551 1 4 B ) , 1557 1 4 1 ) en 1563 1 ' 5 0 ), collator van de vicarie van het H . Kruis-altaar in de kerk te N i j - kerk (o.m. 26 Febr. 1550 2 3 ) en 25 Oct. 1554 1 5 1 ) ) ; in het gericht te Putten 3 5 ) en elders 1544 2 3 ) en vlg.; gegoed in den Arkemheen onder Nijkerk ( 1 5 3 7 1 5 2 ) ) ; koopt half Oldenaller van de wede. van Reyner van Oldenaller (12 April 1537 1 5 3 ) ) , de rest van diens kinderen 1 5 4 ), leeft nog Putten Juni 1570 1 5 5 ) , f vóór 20 October 1571 1 5 8 ) ; tr. le 24 (morgengave Harderwijk 25 1 5 7 ) ) Februari 1527 Anna van Wenckum, f na 14 Juni 1537 1 7 ) , doch vóór 23 Januari 1546 1 5 8 ), dr. van Reiner en Trude van W i j n - bergen 1 5 "); tr. 2e Woltertgen Ram(s) 160 ), f vóór 31 Augustus 1591. Uit het eerste h u w e l i j k 1 8 1 ) : a. 'Werner van Oldenbarnevelt Hermansz 182 ), lid van
Casijn en Truijde hadden 10 kindern waarvan de meesten jong stierven
uit het schoutambt Nijkerk ", gerichtsman van Veluwe (1517), hopman van hertog Karel van Gelre in Friesland (1522), bevelhebber van Harderwijk (1524) en Hattem (1528), wint als volmr. van zijn vader 1491 het goed Hoogeboerell . beleend met het goed (ter) Hell 1505
[besitterse van 't goed Rampseler], bezat als erfgename van haar grootvader Mor Hermansz. tesamen met haar drie broeders en Ernst van Oldenbarnevelt het goed Byler onder Barneveld
Wooende te Nijkerk buiten de Veste
Eigenaar van huis ter Hell 1453
Beleent het halve goed Ter Hell in 1490. Na zijn overlijden gaat het huis Ter Hell naar zijn moeder
gildemeester van het Onze Vrouwe Gilde te Nijkerk (1463) 2 0 ) , vermeld aldaar 1485 en i486 2 9 ) , beleend met het halve goed (ter) Hell(1484) °) [verscheen 1469 onder de ridders en knechten van Veluwe op den dagvaart te A r n h e m
1451 nog onmondig.N.B.Hiervan souden comen Looch Gerritsens volck by bastaardije
nog onmondig in 1451
De Ned Leeuw 1955 kol 83 ev
Blijkbaar is Henrick van der Hell, die i n 1424 met het, goed (ter) Hell werd beleend, kinderloos overleden, want na zijn dood kwamen ,,dat huys ende goet, geheiten van der Helle " c.a. door erfenis iri 1453 aan zijn neef (oom-zegger)Henrick van der Hell Casijnszoon 0 ) . De in 1450 — althans tussen 1443 en 1453 — overleden naamgenoot Henrick moet dus inderdaad een broeder Casijn van der Hell hebben gehad, en het bericht van het ,,Stamboeck", dat beiden de in de leenacte uit 1414 genoemde Henrick tôt vader gehad zouden hebben, wint aan waarschijnlijkheid door het feit, dat Casijn zijn oudste zoon ook Henrick genoemd heeft.
Wooende te Nijkerk buiten de Veste
Carselis van Aller. Als Gersilius van Aller moet hij wegens Helle tins betalen, 1411. Hij is ambtman van Paderborn, 1395. (Van Schomven.) Zijne vrouw Aleid kan eene dochter zijn van Wouter van der Helle, die den hof te Putten van Paderborn in pacht heeft gehad , 1351, 1357. (Sloet, Paderborn, nTS 4 en 5 der stukken.) Behalve Hendrik zal hij nog twee zoons gehad hebben Wolter en Otto. Carcelis van Aller is dood in 1424 en in dat jaar wordt Hendrik met half-Watergoor beleend en verkrijgt Wolter van Aller land in Nybroeck [volgens Van Spaen; maar volgens Register op de Leenaktenboeken in 1425] wiens opvolger zijn zoon Corzelis van Aller is. Otto en Wolter van Aller bezitten eene oliemolenstede te Barneveld. (Thinsboek van Veluwe.)
Wooende te Nijkerk buiten de Veste
DNL 1011 kol 370.
Hendrick van Aller, beleend met half Watergoor 1424. (G. L . R) Knape uit de ridderschap van Veluwe, bezegelt mede het verbond van de Landschap 1436. (Arnh. Br. K. en Pont. p. 465.) Schepen te A r n h em 1423
Willem van Aller. Knape u i t de ridderschap van Veluwe, bezegelt mede het verbond van 1418. (Elburg Arch.) Item het verbond van 1435. (Arnh. Br. Kast) 1436. (Pont. p. 466.) Op de k l a r i n g e v a n Veluwe 1452. (Arnhem) Te Rhede op eene oude riddercedule v a n Gelderland ca 1460.
De Ned Leeuw 1912 kol 39.
Bessel van Aller. Servaes van Arleir (moet zijn Aller) en zijn zoon Bessel zijn getuigen, 4 October 1340. (Van Schouwen, de Keinarij van Puiten, W1 der stukken.) Hij zal van Elten Scardenborch's goed te Rheden gehad hebben, daar zijne kinderen het op het einde der 14de eeuw bezitten.
. In 1377 wordt hij beleend met half Watergoor bij Nijkerk
De Ned Leeuw 1912 kol 39.
Elbert ( = Engelbert) Bessellersoen, die vóór 1400 aan Elten tins betaalt wegens een goed, na Hoenhorst genoemd. Ook komt i n het geslacht van Bessel van Aller de naam Engelbert meer voor. (Geld. Leenr., Veluive, blz. 151.) Engelbert van Aller zal gehuwd zijn 1° met eene bastaarddochter van Hertog Willem van Gelre en Gulick, bij Van Spaen onder D. 3 aangewezen. Hij toch zegelt onder de eerste edelen van Veluwe in 1418. en zijn bastaardzoon Jan Engelberts van Aller neemt vóór de legitieme Van Aller's eene eerste plaats te Nijkerk in. Of er met Lyzeken des Gieven dochter, die een Elten's goed te Nijkerk bezit (Kist.) in het laatst der 14d e eeuw, de bastaarddochter van Hertog Willem bedoeld wordt - de naam graaf kan nog lang in den volksmond aan de pas opgekomen hertogen gegeven zijn — is vooralsnog niet te beslissen; het bedoelde goed heet nog altijd Grevengoed. Opmerkelijk is nog, dat een kleinzoon van Engelbert, de bastaard Gijsbert Jansz. van Aller door Hertog Karei geprotegeerd is geworden. Engelbert van Aller is op Jacobi 1415 getuige bij de beleening door Elten van do halve tiend to Sprile.
DNL www.knggw.nl/wp-content/leeuw/1912-24-264.pdf 39. 40. B. 1. Hendrik tan Aller Servaesioon. ... Wijnand Hillebrandszoon en namens Henric van Aller, ... bastaarddochter van Hertog Willem van Gelre en Gulick,.
Zij wordt in vle onderzoeken vermeld als onwettige dochter van Hertog Willem
De Ned Leeuw 1912 kol 41.
Willem van Aller, beleend met half Watergoor, 1401, hetwelk het volgende jaar aan zijn broeder Garselis komt. Hij , Willem van Aller Besselszoon, ontving een goed, „geheiten wiltfurstergoet, gelegen tot Delen, A° 1401", 1402. (Sloet en Van Veen, Register op de Leenaktenboeken, Velinve, blz. 151.) Hij zal het zijn, die het verbond van 1418 bezegelde en zijn zoon Willem van Aller van Wortreden, die in 1430 Delen verkreeg, in 1435 het verbond mede bezegelde en in 1465 door diens zoon Engelbrecht werd opgevolgd.
Carselis van Aller. Als Gersilius van Aller moet hij wegens Helle tins betalen, 1411. Hij is ambtman van Paderborn, 1395. (Van Schomven.) Zijne vrouw Aleid kan eene dochter zijn van Wouter van der Helle, die den hof te Putten van Paderborn in pacht heeft gehad , 1351, 1357. (Sloet, Paderborn, nTS 4 en 5 der stukken.) Behalve Hendrik zal hij nog twee zoons gehad hebben Wolter en Otto. Carcelis van Aller is dood in 1424 en in dat jaar wordt Hendrik met half-Watergoor beleend en verkrijgt Wolter van Aller land in Nybroeck [volgens Van Spaen; maar volgens Register op de Leenaktenboeken in 1425] wiens opvolger zijn zoon Corzelis van Aller is. Otto en Wolter van Aller bezitten eene oliemolenstede te Barneveld. (Thinsboek van Veluwe.)
Zegelt in 1385
DNL Sticht een vicarie te Anrhem
Corselis heeft zijn vrouw Aleyd, die volgens het Stamboeck een dochter zou zijn geweest van Gerrit van der Hell, daaraan getuchtigd.
Voorzover na te gaan stamt deze horige tak"(?) af van een Gerrit Reynersz. van Hell, vermeld in 1423 en ± 1448, als bezitter van abtsgoed(d.i. horig goed van de aan de abdij van Paderborn toebehorende kelnarij van Putten) en 't horige goed "te Helle" (Klein Hell) , dat, naar beweerd werd, eveneens tôt de abtsgoederen moest worden gerekend.
Deze Gerrit huwde een aan de hertog horige vrouw, Aleyd, en tôt hun — dus eveneens horige — kinderen behoorde Reyner Gerritz van Hell, die op 1 (morgengave Harderwijk 2 Juli 14601 huwde met zekere Nese™) of Nyse (Agnes); zij waren de ouders van Evert van Hell, die een dochter van
Wulfer van Byler tôt vrouw nam. Reyner Gerritsz had voorts nog een zoon Gerrit, die misschien identiek was met Gerrit Reynersz. van Hell, bastaard, voorkomende in 1483 als man van Alyd, zijn "echte vrouw", met wie hij tesamen het "Pepsgoed" bezat. Het betreft in dit geval dus een bastaard
van een geslacht, dat zelf vermoedelijk zijn oorsprong aan bastaardij zal hebben te danken. In het algemeen kan opgemerkt worden, dat bij de Van der Hell's het aantal onwettige
geboorten opvallend groot is geweest — of wellicht is het beter te zeggen, dat meer dan bij de meeste andere geslachten de sporen van de vrije omgang der sexen, die één der (meestal niet besproken) kenmerken van de Renaissancetijd is geweest, ten aanzien van de Van der Hell's nog in de
bronnen teruggevonden kan worden. In dit opzicht leefde destijds de kleinere man waarlijk niet anders, dan de aanzienlijke heren en vorsten. Maar de onwettige telgen van lieden van "geringe kom-af" gingen gemakkelijk verloren in de grote hoop, waartoe ook hun vaders behoorden, en dat d i t bij de Van der Hell's niet het geval is geweest, pleit, kan men zeggen, voor hun maatschappelijke ,,standing". Uit de bronnen krijgt men de indruk, dat zij in een tijd, waarin het hebben
van natuurlijke kinderen ook niet aan de man als een schande toegerekend werd, zich het lot van hun onwettige zonen zijn blijven aantrekken, en hen niet aan de vergetelheid
prijs hebben gegeven.
Zij was horig aan de Hertog van Gelre
Carselis van Aller. Als Gersilius van Aller moet hij wegens Helle tins betalen, 1411. Hij is ambtman van Paderborn, 1395. (Van Schomven.) Zijne vrouw Aleid kan eene dochter zijn van Wouter van der Helle, die den hof te Putten van Paderborn in pacht heeft gehad , 1351, 1357. (Sloet, Paderborn, nTS 4 en 5 der stukken.) Behalve Hendrik zal hij nog twee zoons gehad hebben Wolter en Otto. Carcelis van Aller is dood in 1424 en in dat jaar wordt Hendrik met half-Watergoor beleend en verkrijgt Wolter van Aller land in Nybroeck [volgens Van Spaen; maar volgens Register op de Leenaktenboeken in 1425] wiens opvolger zijn zoon Corzelis van Aller is. Otto en Wolter van Aller bezitten eene oliemolenstede te Barneveld. (Thinsboek van Veluwe.)
De ned leeuw 1912 kol 38.
Servaes van Aller, ambtman van Paderborn, 1332 en in 1334. Servaes van Arleir en zijn zoon Bessel getuigen, 4 October 1340. Servaas van Aller moet het zijn, daar een geslacht van Arler geen Servaas of Bussel kent, en zegelende met een visch, eerst later in de landstreek opkomt. Mogelijk heeft Servaas van Aller op Arler, niet ver van Aller gewoond. Van Servaesgoede van Aller i n Kortenbusch betaalt later Reiner Germans van Blerinckhorst tins. (Thinsboek van Veluwe.) Hij zal in 1352 dood zijn, daar toen Arnoldus de Herten als ambtman van Paderborn voorkomt
De Ned Leeuw 1911 kol 367.. neemt den molen te Nijkerk in erfpacht v a n den Hertog van Gelre 1357.
De ned Leeuw 1912 kol 39
Hendrik tan Aller Servaesioon. Met zijn zoon Garselis en zijne twee dochters (Udela en Dissa) dragen
goed op aan de orde van St. Jan, 1383. *) Hij en zijn zoon Reiner betalen in 1379 tins wegens Allerscampe, hij alleen in 1384 wegens 16 bunder in Appelerbrenc en in 1392 met zijn broeder Gijsbert wegens genoemde kamp.
Henricus Servatii de Aller geeft den census apud Nulderbrenc ex parte Aleidis Hullen i n 1371, onder Nova-Ecclesia reeds in hetzelfde jaar wegens hot goed gen.d Allerscampe (Fol. 4 verso.) en wegens Wijnand Hillebrandszoon en namens Henric van Aller, den broeder van Servatius, alsmede namens Reiner van Blerinchorst.
Richter van Veluwe, 1353. In 1357 neemt hij de molen te Nijkerk in erfpacht van de Hertog van Gelre. Hendrik, zijn zoon Garselis en zijn twee dochters dragen in 1383 enig goed te Hoevelaken op aan de orde van Sint-Jan, voor Willem van Steenbergen, richter van Veluwe. Hij en zijn zoon Reiner betalen in 1379 tins wegens Allerscamp (Restandlijsten, folio 4). Hij alleen in 1384 wegens 16 bunder in Appelerbrenc en in 1392 met zijn broeder Gijsbert wegens genoemde kamp (folio 3). Henricus Servatii de Aller geeft den census apud Nulderbrenc es parte Aleidis Hullen in 1371 (folio 4) onder Nova-Ecclesia reeds in hetzelfde jaar wegens het goed genaamd d'Allerscampe (folio 4 verso) en wegens Wijnand Hillebrandszoon en namens Henric van Aller den broeder Servatius, alsmede namens Reiner van Blerinchorst.
De ned Leeuw 1912 Kol 39.
Gijsbert van Aller Seroaaszoon betaalt wegens Allerscampe, 1392. Na hem betalen achtereenvolgens tins: Arndt van Menegate (hij kan een Van Aller zijn, daar een Aernt van Aller 15 Dec. 1452 als kerkmeester te Putten voorkomt, Reiner Henricks [Van Rhemen noemt onder de zegelaars van den Verbondsbrief in 1436 Reyner van Aller Hendrikszoon, die bij Nijhoff (Gedenkwaardigheden IV, bh. 139) Reyner Henrichsoon heet en Gisbert ten Haeve. (Thinsboek, 1549-1576. Gijsbert van Alsen (moet zijn Aller) heeft van Elten een morgen lands, die „Lange Monecs plach te wesen" en eene kamp lands, die „Peel Bergens plachte wesen op den langen lande."
Hij behoort zeer waarschijnlijk niet onder Diederick te staan, maar als zoon van Bessel van Aller bij diens kinderen. Prof. Kist vermeldt toch in zijn werk Elbert ( = Engelbert) Bessellersoen, die vóór 1400 aan Elten tins betaalt wegens een goed, na Hoenhorst genoemd. Ook komt in het geslacht van Bessel van Aller de naam Engelbert meer voor. (Geld. Leenr., Veluive, blz. 151.)Engelbert van Aller zal gehuwd zijn 1° met eene bastaarddochter van Hertog Willem van Gelre en Gulick, bij Van Spaen onder D. 3 aangewezen. Hij toch zegelt onder de eerste edelen van Veluwe in 1418. en zijn bastaardzoon Jan Engelberts van Aller neemt vóór de legitieme Van Aller's eene eerste plaats te Nijkerk in. Of er met Lyzeken des Gieven dochter, die een Elten's goed te Nijkerk bezit (Kist.) in het laatst der 14d e eeuw, de bastaarddochter van Hertog Willem bedoeld wordt — de naam graaf kan nog lang in den volksmond aan de pas opgekomen hertogen gegeven zijn — is vooralsnog niet te beslissen; het bedoelde goed heet nog altijd Grevengoed. Opmerkelijk is nog, dat een kleinzoon van Engelbert, de bastaard Gijsbert Jansz. van Aller door Hertog Karei geprotegeerd is geworden. (Van Spaen.) Engelbert van Aller is op Jacobi 1415 getuige bij de beleening door Elten van do halve tiend to Sprile
De Ned Leeuw 1912 kol 39.
Bessel van Aller. Servaes van Arleir (moet zijn Aller) en zijn zoon Bessel zijn getuigen, 4 October 1340. (Van Schouwen, de Keinarij van Puiten, W1 der stukken.) Hij zal van Elten Scardenborch's goed te Rheden gehad hebben, daar zijne kinderen het op het einde der 14de eeuw bezitten.
. In 1377 wordt hij beleend met half Watergoor bij Nijkerk
De Ned Leeuw 1911 Kol 366 note 1
Vermoedelijk Arnoldus de Aleir. Lijstbezittingen van Herbern van Putten,1313
Vermeld in 1313 op de Lijst bezittingen Herbern van Putten. In de "Tegenwoordigen staat van Gelderland", pag. 496/497, lezen we: In het Landdrostampt van Veluwe, onder het schoutampt van Putten, een groot uur gaans bewesten Putten, ontmoet men een Heerenhuis en Hofstede "Ouden-Aller" genaamd. Men moet deze Hofstede onderscheiden van het oud adelijk goed "den Aller" het welk een weinig zuidoostwaarts van Ouden Aller ligt. Op het zelve staat behalve een oud Heerenhuis, het welk eene drooge graft ligt, een slechte boerenwoning. Aan dit goed "den Aller" heeft het geslacht Van Aller, voerende in sinopel eenen ossekop van zilver, gehoornd van goud, gewis zijnen naam ontleed.
De Ned Leeuw 1912 kol 38.
Heyn van Aller, 1330. (Van Wiemen.) In de veertiende eeuw komt de naam Heyn voor Hendrik meer- \ malen voor. Hendrik van Aller, richter van Veluwe, 1342. (d'Ablaing van Giessenburg, de Ridderschap van Veluwe, blz. XXXII.) Henricus Servatii de Aller betaalt in 1379 tins namens Henric van Aller, den broeder van Servatius en namens Reiner van Blerinchorst
De ned leeuw 1912 kol 38.
Servaes van Aller, ambtman van Paderborn, 1332 en in 1334. Servaes van Arleir en zijn zoon Bessel getuigen, 4 October 1340. Servaas van Aller moet het zijn, daar een geslacht van Arler geen Servaas of Bussel kent, en zegelende met een visch, eerst later in de landstreek opkomt. Mogelijk heeft Servaas van Aller op Arler, niet ver van Aller gewoond. Van Servaesgoede van Aller i n Kortenbusch betaalt later Reiner Germans van Blerinckhorst tins. (Thinsboek van Veluwe.) Hij zal in 1352 dood zijn, daar toen Arnoldus de Herten als ambtman van Paderborn voorkomt